1. Applicatiebeschrijving: Modularisatie aan de hand van het voorbeeld van een logistieke applicatie met een transportband
Een essentieel voordeel van de easyE4 is de mogelijkheid om Function Block Diagram (FBD) en Ladder Diagram (LD) -programma's aan te vullen met functiemodules in Structured Text (ST). Deze functiemodules kunnen worden afgestemd op de betreffende applicatie en kunnen gemakkelijk worden opgeslagen voor hergebruik in dezelfde of vergelijkbare applicaties. Het volgende applicatievoorbeeld laat zien hoe eenvoudig het is om een modulair concept te implementeren met behulp van het easyE4-stuurrelais.
2. Modularisatie
Het aanmaken van een programma of functieblok begint met de definitie van de functionaliteit, de omvang van de prestatie, de prestatiegegevens/kenmerken (reactiesnelheden, wiskunde, retentie ...), de foutbewaking en de bijbehorende berichten, evenals het ontwerp van de module of de module-interface.
Hieronder wordt de procedure geïllustreerd aan de hand van het voorbeeld van een “transportbandapplicatie in de verpakkingsindustrie”.
2.1 Omschrijving van de voorbeeldtoepassing
De transportbandfunctiemodule "Belt_Type1" wordt gecreëerd in "ST" en wordt vervolgens aangepast in Ladder Diagram.
Het doel is om een universeel functieblok (UF) voor transporteurbesturing te creëren, gezien het grote aantal vergelijkbare transporteurs in het project en het feit dat soortgelijke transporteurs ook worden beschouwd als de standaardoplossing in toekomstige projecten.
Opmerking: Het softwareontwikkelingsproces is gebaseerd op overwegingen van machinebouw. Net zoals complete transportlijnen zijn opgebouwd uit verschillende losse modules, is het nu ook mogelijk om complete besturingssystemen uit losse modules samen te stellen.
De applicatie vereist dat elke transportband kan worden in- en uitgeschakeld via een drukknop (handmatige modus). Tegelijkertijd heeft de transportband een hoger aan- en uitcontact (automatisch). Als de transportband eenmaal is gestart, moet deze na een vooraf gedefinieerde tijd opnieuw stoppen als door het lichtgordijn bij de ingang geen verpakking of ander te verwerken voorwerp wordt gedetecteerd. Een geel waarschuwingslampje geeft aan dat de motor klaar is om te starten zodra een pakket wordt gedetecteerd (stand-by).
Het functieblok moet de volgende in- en uitgangen hebben:
I1: Handmatige modus - AAN/UIT
I2: Automatische start
I3: Stop - vergrendelen
I4: Lichtgordijn bij de ingang
I5: Veiligheidssysteem OK
IA1: Uitvoertijd 1 in handmatige modus
IA2: Uitvoertijd 2 in automatische modus
Q1: Bediening van de transportbandaandrijving
Q2: Indicatie dat de omvormer actief is - vrijgegeven - waarschuwingslampje
QA1: Uitvoertijd
QA2: Huidige uitvoertijd van de aandrijving
QA3: Schakelfrequentie van het lichtgordijn bij de ingang
In het huidige voorbeeld gebruiken de verantwoordelijke ingenieurs "Structured Text" voor het opzetten van de applicatie, terwijl de implementatie en inbedrijfstelling zal worden uitgevoerd door getrainde elektriciens met behulp van Ladder Diagram.
2.2 Instellingen - parameterconfiguraties
Nadat de functionele specificaties zijn opgesteld - die ook de input/output-interface van het gebruikersfunctieblok (UF) definiëren - kunnen de parameters van het gebruikersfunctieblok worden geconfigureerd.
De functieblokken configureren:
Zodra het gebruikersfunctieblok (UF) is opgeslagen en een naam en versienummer zijn toegewezen, is het toegankelijk via het tabblad "gebruikersfunctieblok" en is het klaar voor gebruik. Na nabewerking kan het ook worden geëxporteerd naar een bibliotheek.
2.3 Implementeren van de voorbeeldapplicatie in "ST"
De implementatie vindt plaats in ST, met behulp van 4 IF-statements en een ophaalvertraging (T01).
2.4 Implementatie van de voorbeeldtoepassing met behulp van het Ladder Diagram
Het functieblok "Belt_Type1" kan worden geïmplementeerd met behulp van Function Block Diagram of Structured Text. De onderstaande afbeelding toont het programma in simulatiemodus met statusweergave.
2.5 Implementeren van de voorbeeldapplicatie in "ST"
Implementatie van de UF "Belt_Type1" in simulatiemodus met statusweergave.